Barbapapa dient anders te gaan plannen

Gisteren werd ik tijdens mijn therapiesessie vergeleken met een Barbapapa, dit omdat ik het voor iedereen naar de wens wil maken en me daarom in allerlei bochten wring. Dit is een karaktertrek van mij, ik wil niemand teleurstellen en zorg er dan ook voor dat dit heel weinig gebeurt. Alleen mijn lichaam (en geest) zijn niet meer zo soepel als Barbapapa en zal ik mij in minder bochten moeten proberen te wringen.

Ik zal meer aan ons moeten gaan denken. Ik heb mijn dagen altijd volgepland staan, dit zodat er geen ruimte/tijd is voor hun en ik minder angst heb weg te blijven. Aangezien ik altijd mijn afspraken nakom en mijn taken/plannen uitvoer. Echter blijven hun niet weg, hun zijn er als de spanning te hoog wordt opgedreven, of als ik te moe ben om ertegen te vechten. Ik dien ook tijd/ruimte voor hun vrij te maken, het is een deel van mij en als ik hun de ruimte/tijd geef, kan het zijn dat ik gedurende de rest van de dag meer rust heb. Dus heb ik huiswerk meegekregen; maak een cirkeldiagram met tijdsverdeling en probeer over ieder enkele informatie op te schrijven, zodat we tijdens de volgende sessie de volgende stap kunnen nemen en in de planning activiteiten voor hun kunnen gaan opnemen. Het is eng om mijn tijd te gaan delen met andere, vooral omdat ik er dan zelf niet bij ben. Ze mogen bewust naar buiten gaan treden…. ongelooflijk, ik hoop dat mij dit lukt.

 

Wat zijn dromen?

“Wat is dromen?
Is het hopen, streven, willen weten of vergeten te leven?
Is het maar een gedachte, het wachten tussen nemen en geven?
Is het goed, is het schadelijk, verraderlijk of jou om het even?
Of het een teken is of van geen betekenis?”

Dromen houden ons normaal op de been, iets waarvan ik denk dat we naar streven en waar het wachten waard voor is.

Zo droomde ik altijd over huisje-boompje-beestje.
Tja… mijn huisje heb ik, eigenlijk heb ik al verschillende huisjes gehad vanaf mijn 17de.
Een boompje is voor mij een houvast, een steun en toeverlaat. Stevig en solide, die ervoor zorgt dat je altijd contact maakt met de aarde. Voor mij werd dit voornamelijk vertaald in een huwelijksaanzoek/bruiloft. Het boompje is gepland (ik heb al voor langere tijd een vaste relatie), helaas nog geen aanzoek/trouwerij voor de deur.
Ja, en dan zal beestje wel voor zich spreken…mijn kinderwens (heel pijnlijk onderwerp). Dit is momenteel een schadelijk droom voor mij, ik smacht en verlang er zo naar, dit terwijl mijn partner en ik er nog niet klaar voor zijn. Dus sinds enkele weken spoken er enkele vragen in mij rond:
– Wil ik nog wel kinderen?
– Wat kan ik mijn kinderen bieden?
Ik ben 32, loop bij de GGZ en mijn gezondheid en gemoedstoestand zijn niet in orde. Momenteel huren we een appartement, omdat we “ons droomhuis” niet vinden, beland ik op korte termijn in de WIA en heb ik geen baan meer. Mijn partner is iets ouder, werkt voor een baas en heeft een eigen bedrijf, waar hij momenteel veel tijd in stopt. Nee, ik wil geen kinderen meer ik ben er te duf en moe voor, ik dissocieër op de meest stressvolle momenten, heb dadelijk geen baan meer en ook geen huis wat groot genoeg is. Mijn partner heeft het druk om zijn nieuwe bedrijf uit de grond te trappen en we genieten nu (nog) samen van onze vrijheid. Ik ben niet gelukkig en kan mijn kinderen dan ook niet gelukkig maken. Mijn kinderwens haal ik van de baan.

Maar is het zo slecht om ervan te blijven dromen om ooit moeder te worden?
Het voelt nu als een kwelling, een frustratie, iets wat buiten mijn bereik ligt. Dus ja, ik denk dat het slecht is. Ik geef de droom op. Het is belangrijk dat ik eerst zelf weer lekker in mijn vel zit en gelukkig ben met wat ik heb, misschien dat ik dan nieuwe dromen kan maken, en wie weet komt er dan nog een keer de moederdroom voorbij… maar dan zal ik er klaar voor zijn.

Het is voor mij nu geen tijd om te dromen, maar om te doen, te rusten en weer gewoon te kunnen functioneren, zonder mijn beestje.

“Het gaat goed”

Ik geloof dat we dat allemaal wel kennen, iemand vraagt hoe het met je gaat, en het standaardantwoord is “goed”. Dit is ook een antwoord waar ik nu al 2 jaar het gevoel heb dat ik tegen iedereen lieg. Toch blijf ik het zeggen… en deze week had ik voor het eerst het gevoel dat wat ik zei waar was… dat zal dan wel een goed teken zijn, of ben ik zelf in mijn leugen gaan geloven? Dat zal dan wel positief zijn…denk ik!

Deze week is ook de week, dat ik langzaam openhartig wordt (ook naar kennissen..) dat ik in de ziektewet zit en niet in staat ben om te werken. Ze reageren er anders op dan ik verwacht had, helaas komt dan ook de vraag wat ik heb. Het enige passende antwoord dat ik weet te geven is, dat er teveel van mij gevraagd is en ik teveel heb willen geven, want hoe vertel je iemand dat je een psychische stoornis hebt? Dus nu denken ze dat ik een burn-out heb, of depressief ben… ze denken zelfs dat mij dit pas is overkomen, aangezien mijn standaardantwoord altijd was ‘het gaat goed’!

Was er maar een boekje, procedure of werkwijze hoe je het beste naar de buitenwereld kan zijn op het moment dat je ergens uittreedt en was er maar niet zo’n taboe op de ‘uitkereningtrekkende’ medemens.

Er blijven altijd mensen in en uit ons leven lopen en iedereen stelt altijd vragen als;
– wat voor werk doe je?
– hoe oud ben je?
– wat voor opleiding heb je gedaan?
Alsof je op een sollicitatiegesprek bent om deel te mogen nemen aan de (hun) wereld.  Waarom worden er geen persoonlijkere vragen gesteld, of is dit een inbreuk op de privacy? Het wordt toch niet onze collega/medewerker, maar we willen toch graag dat ze deel gaan uitmaken van de sociale kring waarin ze verkeren? Zouden vragen als
– wat doe je in het dagelijks leven?
– wanneer ben jij gelukkig?
niet beter zijn?

Ik lach naar iedereen en zeg iedereen goedendag, ik draag een masker dat aangeeft “het gaat goed met mij” en er zijn maar weinigen die langs dit masker kijken en aan mij vragen “waarom voel je je zo slecht? kan ik je ergens mee helpen?” of zelfs het niet vragen, maar gewoon de hulp bieden. Zouden we niet ons masker af moeten zetten en alle hulp met beide armen omarmen en hopen dat dit ons beter zal laten voelen? Of zijn we zo geworden, juist omdat we geen masker droegen en onze ware aard lieten zien?

Ik heb een stoornis, maar ik ben geen stoornis, er zijn dagen dat ik nu oprecht kan zeggen “het gaar goed met mij” en dit omdat er mensen zijn die mijn ware aard zien en toch voor mij klaarstaan!